De Afrikaanse fruitmot, ofwel False Codling Moth (FCM), is niets nieuws. Als je het Google vraagt, vind je al op de eerste pagina van je resultaten berichten uit 2016. Waarom is er nu dan weer die ophef rondom dit op het eerste gezicht onschuldige motje? En wie of wat is nu die fruitmot?
De False Codling Moth is inheems in de Sub-Sahara, Afrika, en wordt aangetroffen in alle citrusproductiegebieden in Zuidelijk Afrika. De fruitmot komt ook voor op enkele eilanden in de Indische en Atlantische Oceaan, zoals Mauritius en Kaapverdië. De reden voor de hoge alarmfase van deze plaag is zijn quarantaine-status. Quarantaineorganismen zijn schadelijke organismen zoals insecten, schimmels of bacteriën die niet of nauwelijks in de EU voorkomen. Door deze organismen kan een plaag ontstaan die heel schadelijk is voor gewassen.
De fruitmot legt haar eitjes op de citrusvrucht en de larven die daaruit komen, dringen de vrucht binnen. Een aangetaste vrucht valt meestal 3-5 weken na penetratie door de larven van de boom. Het is dan ook niet vreemd dat door een lobby van citrustelers in Zuid-Europa we in de Europese Unie nu de hoogste staat van paraatheid hebben bereikt.
Het regenseizoen betekent meer FCM en meer onrust rondom het thema. Rozen uit landen waar de fruitmot aanwezig is, kunnen FCM als verstekeling bij zich hebben. Om die reden is het aantal inspecties verhoogd van 10% naar 25%, wat automatisch ook betekent dat er meer FCM wordt gevonden. Omdat FM Group hoofdzakelijk rozen van zwaardere kwaliteit inkoopt van hoger gelegen farms, waar de fruitmot door het klimaat aldaar niet voorkomt, zien wij weinig reden tot paniek. Toch is het goed om er even bij stil te staan en openheid van zaken te geven.
De bestrijding van FCM gebeurt op de farms op een biologische manier. Het uitzetten van vallen en het verwijderen van oud blad tussen het gewas, waar FCM het naar zijn zin heeft, is een eerste belangrijke stap. Daarnaast vindt er een continue inspectie plaats tijdens het hele proces: in het gewas zelf, tijdens het opbossen van de rozen en op de inpakafdeling. Dit doen de farms net zo hard uit eigenbelang – als er FCM gevonden wordt door de Kenya Plant Health Inspectorate Service (KEPHIS), wordt de partij vernietigd en krijgt de kwekerij een exportverbod tot het probleem met de fruitmot is opgelost. Dit blijft niet bij een waarschuwing; op het moment van schrijven zijn er twee farms in Afrika die tijdelijk niet mogen exporteren.
Jazeker. Aangekomen in Nederland worden Afrikaanse rozen opnieuw onderworpen aan identiteits- en fysieke controles. Deze controles worden uitgevoerd door het KCB, een zelfstandig bestuursorgaan aangestuurd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Als het KCB een mogelijke besmetting vindt, wordt de larve onderzocht in het lab en wordt de partij rozen tegengehouden. Blijkt het vals alarm, dan wordt de partij alsnog vrijgegeven. Blijkt er inderdaad FCM aanwezig in de partij, wordt deze vernietigd. Je kunt er dus met een gerust hart vanuit gaan dat de rozen die je bij FM Group inkoopt, vrij zijn van de fruitmot.